bron: Aikido en haar dynamische werking door A.Westbrook & O.Ratti Aikido-dojo Aikikai Aalter - Forum


Home
Info
Route
Kalender
Fotogalerij
Forum
Links
Privacy-beleid

vorige pagina volgende pagina

 

KODO: Ancient Ways
Lessons in The Spiritual Life of the Warrior

By Rev. Kensho Furuya
© Ohara Publications,Inc
ISBN : 0-89750-136-5

This book is a compilation of articles written between 1988 and 1995 as the Ancient Ways column in Martial Arts Training magazine.

Please visit : www.aikidocenterla.com for more info on Sensei Furuya

 

 

Slechts weinigen herkennen een ware Meester. Dat is ook waarom hij een Meester is.

Een Meester in zijn kunst is zich meer bewust en gevoeliger voor alles wat zich rondom hem afspeelt dan anderen. Dit is geen bron van geluk, enkel van meer ontgoocheling en frustratie.

Een ware Meester kan zichzelf niet als een herkennen.

Iemand die probeert anderen te imponeren, zichzelf promoot en opschept over zijn eigen daden is geen Meester. Omdat hij denkt dat dit een manier is om Meester te worden, is hij ver verwijderd van “de Weg”.

Een Meester begrijpt zijn eigen tekortkomingen en is zich bewust van zijn sterfelijkheid. Normale mensen gedragen zich vaak als goden.

Men wordt geen Meester door meer te geven of te nemen dan anderen. Hij geeft van zichzelf tot er niets meer is te geven. De ouderen zeggen : “Een ware Meester laat geen spoor achter.”

Men kan niet lijken op een Meester of er een imiteren ; men kan er enkel één zijn.

Verlichting is niet het resultaat van training. Het is de training zelf.

Slechts weinigen kunnen hun hele leven toewijden aan “de Weg”.

De ouderen zeggen : “Men de Weg verlaten door een stap de dikte van één haartje, maar terugkeren naar de Weg is een tocht van vele duizenden mijlen”.

Een Meester is niemand meer dan iemand die zijn volledige leven heeft gewijd aan “de Weg”.

De Meester weet dat er geen geheimen zijn in de wereld. Geheimen worden enkel geheimen in de hoop dat mensen er meer aandacht aan gaan besteden.

Een Zen Meester zei ooit : “Alles verliezen is verlichting”.

Verlies je eigen kleine zelf en vind je universele zelf terug.

Als je denkt dat je het hebt gevonden ben je het eigenlijk al weer verloren.

De meeste mensen grijpen iets vast en laten nooit meer los. Dat is de reden waarom ze het nooit kunnen beheersen.

De Weg vervult alles zonder iets te doen.

 

De tijden veranderen. Dit is wat de krijger het meest triest maakt.

De krijger wil niet vasthouden aan het verleden, maar de krijger wil ook niet verliezen wat is overgegeven uit het verleden.

Wat zijn geheime lessen ? Niets ! Het betekent alleen dat je een oprecht en betrouwbaar persoon bent voor je leraar. Dat is pas iets !

 

Alle grote lessen komen uit het hart. Daar zijn geen woorden voor.

Woorden vinden om de Weg te beschrijven is net als stenen werpen naar de Maan.

Een grote Meester is stom. Moest hij slim zijn zou hij iets beter, meer winstgevend, vinden om te doen.

Een leerling denkt en denkt en denkt en doet en doet en doet. Wanneer hij hiermee uiteindelijk stop heeft hij een kans om de Weg te zien.

 

 

 

Het Meesterschap van training
(The Mastery of Training)

 

Hoe ver nog naar Meesterschap ? Hoeveel moeten we nog trainen vooraleer we Meester worden ? Alhoewel we vaak spreken over “Meesterschap”, of over het worden van een “Meester” in een gevechtskunst, blijft het eigenlijke idee nogal vaag. Kunnen we wel ooit Meester worden ? En zo ja, hoe lang duurt dit dan ? 10 jaar ? 20 jaar ? Een heel leven ? Hoeveel training is hiervoor dan nodig ? 1 uur per dag ? 3 uur per dag ? 10 uur per dag ? Is het echt nodig dat we onze jobs, familie en leven moeten opgeven om ooit Meester te kunnen worden ?

Wie is er een Meester ?

Waarmee houden we rekening wanneer we iemand beschouwen als Meester in de gevechtskunsten ? Sommige mensen denken onmiddelijk aan iemand als Bruce Lee. Anderen dan weer aan een dun, gerimpeld oud mannetje met twinkelende ogen die ongelooflijk wijze dingen verkondigd. Nog anderen denken aan een guru-achtig figuur, half-naakt mediterend met alle wijsheden des levens zwemmend in zijn hoofd. Of zijn de Meesters de stille, dodelijke samurai uit de klassieke films in de jaren 60 en 70 ? Ergens vragen we ons dan allemaal wel af “Welke ben ik dan ?” of “Welke zal ik dan worden ?”. En dat is net wat het zo moeilijk maakt. Er kan maar één Bruce Lee zijn. Het is nogal moeilijk om de rest van ons leven, half-naakt en in de sneeuw, op een of andere afgelegen bergtop te gaan mediteren. En eigenlijk is het al veel te laat wanneer we uiteindelijk een lange witte baard kunnen groeien en onze huid er oud en gerimpeld uitziet. Waar we dan nog die ongelooflijk wijze woorden moeten gaan vinden is voor de meesten al helemaal onbegrijpelijk.

Het idee van een Meester is voor ons eigenlijk relatief nieuw. Meestal denken we in termen van profs of professionelen. In de sport worden profs gecatalogeerd op basis van het loon dat ze verdienen bij de clubs, de punten die ze hebben gescoord, de runs die ze hebben gelopen, gemiddeldes, etc. Profs worden ook afgemeten op de records die ze hebben verbeterd en de tornooien, matchen of spelletjes die ze hebben gewonnen. De “Meester” lijkt echter meer bereikt te hebben dan enkel de technische vaardigheden : hij heeft een soort spirituele kwaliteit die hem in harmonie brengt met het leven zelf en al zijn contradicties.

Alhoewel het lijkt alsof er heden ten dagen slechts weinig Meesters meer zijn, waren er vroeger een heel aantal. Er is de legende van een Meester in de boogschutterkunst in het oude China die zich had teruggetrokken op een verlaten berg. Een jonge student hoorde van zijn faam en zocht hem op. Na een lange zoektocht vond hij de oude man, overhandigde hem een pijl en boog en smeekte de oude Meester om hem de geheimen van zijn kunst te leren. De oude man bekeek de pijl en boog en zei : “Wat is dat ? Zoiets heb ik nog nooit van mijn leven gezien !”.

Grote Meesters waren Grote leraars

Traditioneel zijn grote Meesters ook grote Leraars. Eén van de grootste leraars uit het verleden was Confucius. Al van heel lang geleden hebben grote Meesters in de gevechtskunsten uit China, Japan en Oost-Azië zich op een of andere manier aan hem gespiegeld of zijn door hem beïnvloed geweest. En alhoewel Confucius zelf geen gevechtskunstenaar was gaf hij wèl advies in Gevechtskunst. In zijn leer streeft men ernaar om een chun-tze (Meester leerling) te worden.

Loa-Tze, de legendarische stichter van het Toaïsme, is ook één van de grote Meesters uit het verleden. Zijn Tao-Te Ching (een klassieker over “de Weg” en zijn deugdelijkheid) is meestal terug te vinden op de boekenplank van elke Meester in de gevechtskunsten, zowel die in het verleden als die in het heden. Er wordt gezegd dat Lao-Tze werd geboren uit een ei gemaakt van pure jade, dat hij meer dan 500 jaar leefde en nooit is gestorven maar een draak is geworden en is weggevlogen naar de hemel waar hij, tot op vandaag, zorg draagt voor de hemelse tuin met de perziken van eeuwig leven. Er is een legende die verteld dat Confucius ooit Lao-Tze heeft ontmoet. Bij het zien van Lao-Tze's grote kale hoofd, zijn lange witte baard en zijn fonkelende ogen vol wijsheid en verlichting, werd Confucius sprakeloos. Er wordt gezegd dat Lao-Tze enkel glimlachte en wegwandelde. Later onwierpen de Taoïsme-studenten het concept van Yin en Yang (positief en negatief), de vijf elementen : water, aarde, vuur, metaal en houd, en het “Grote Ultime” wat later de basis werd voor Tai Chi Chuan en verschillende Kung Fu scholen.

Guru, Ascetici en Heilige Mannen

In het oude India werden Gurus,ascetici, yogin , heilige mannen, etc. voorzien van voedsel, onderdak en alle andere zaken die ze nodig hadden door gewone mensen in ruil voor hun zegen en gebeden. Veel van deze mannen reisden hun hele leven doorheen een land -in vele gevallen volledig naakt- met hun lessen en zegeningen. De eerste Boedhisten volgden dezelfde traditie totdat ze aankwamen in China. Bedelen en publiek rondlopen “indecently exposed” was voor de Chinezen onaanvaardbaar, dus vormden de priesters en monniken hun eigen gemeenschappen en gingen samenleven in tempels en kloosters. Dit was zeer zeker het geval voor de Zen Boedhisten. Om het gemeenschappelijk leven binnen het klooster te organiseren werden er een aantal strikte regels gevolgd die elk facet van de monniken hun leven regelden. De strikte disipline regelde niet enkel hun religieus leven in gebed en meditatie maar ook hun gewone dagelijkse leven. Priesters stonden in voor het schoonmaken van de tempel, het groeien, schoonmaken en bereiden van hun eigen voedsel, het in goede staat houden van alles in en rond de tempel en het maken van hun eigen kleding. Er was zelfs een vast ritueel en een gebed voor het betreden van het toilet.

Voor de pragmatische Chinezen werden de regels die instonden voor de structuur van het dagelijkse leven al snel even belangrijk als de religieuze studie of geloof. Door het volgen van de strikte dagelijkse orde was het volgens hen zelfs mogelijk om pluspunten of goede karma te verdienen. Daarom was het de plicht van iedere priester om zoveel mogelijk punten te verzamelen vooraleer zijn ontmoeting met de “Koning van de Hel” en zijn grote rekenmachine.

Zen werd geïntroduceerd in Japan op het zelfde tijdstip dat de krijgsklasse er aan de macht kwam tijdens de Kamakura periode (1185-1333). Dogen, die naar China ging en trainde onder Zen-meester Nyojo, introduceerde toen zijn leer die een grote invloed hadden op het dagelijkse leven en de levensstijl van de Samurai. De Samurai, die discipline en orde zochten voor hun leven en hun net verkregen macht, keken hiervoor zowel naar Zen als naar het Confucianisme.

Net als in China erkende ook in Japan de krijgsklasse de belangrijkheid van routine in het dagelijks leven als onderdeel van hun krijgskunsttraining. Door deze ontwikkeling was de Meester uit vroegere tijden niet alleen een bedreven krijger maar kreeg hij ook greep op zijn dagelijkse leven. En alhoewel hij streefde naar het Confucius' ideaal van morele Meester Leerling -Krijger- werd hij uiteindelijk net zo pragmatisch als Lao-Tze, beseffend dat niet alle levensvragen eenvoudig konden beantwoord worden. Al deze zaken vormden de strikte routine die werd omarmd door het dagelijkse Zen leven.

Ook het geheim van Meesterschap werd duidelijk voor de krijgers in deze tijd, maar het ging langzaam verloren in onze drukke moderne wereld. Dogen cultiveerde de discipline die hij “ware oefening” noemde. Hij legde uit dat men niet moet mediteren om tot verlichting te komen. Als het doel uiteindelijk het “Niets” is, is het nooit mogelijk om dit te bereiken. De meditatie zelf is de verlichting. Voor een krijger was de training niet een middel om een doel te bereiken. De training is op zichzelf het Meesterschap van de (krijgs-)kunst. En precies daardoor is Meesterschap een onderdeel van training.

Meesters spreken zelf nooit van Meesterschap. Het kan nu eenmaal niet worden gemeten in termen van tijd of gewin. Het oude gezegde “Leren met bloed, zweet en tranen” is op zichzelf een vorm van Meesterschap. Wanneer de student de pijl en boog toonde aan de oude boogschuttersmeester, probeerde de meester de student duidelijk te maken dat er geen verschil was tussen Meesterschap in de Boogschutterskunst en het leiden van zijn eigen leven. Wanneer we de training gaan beschouwen als iets dat buiten ons normale leven staat zullen we nooit Meesterschap bereiken. Dat is waarom de oude meester zei : “Zoiets heb ik nog nooit van mijn leven gezien !”. Hij beheerste de boogschutterskunst tot op een punt waarop een pijl en boog niet langer nodig waren.

 

     

Dit is een vertaling uit het boek “KODO- Ancient Ways : Lessons in the Spiritual Life of the Warrior/Martial Artist”, geschreven door Rev. Kensho Furuya. Deze vertaling gebeurde met medeweten van Rev. Kensho Furuya. Om meer te weten over Sensei Furuya kan je terecht op : www.aikidocenterla.com, op de KODO YahooGroup of via e-mail : aclafuruya@earthlink.net . Ik heb geprobeerd de originele teksten zo letterlijk mogelijk te vertalen. Alle schrijffouten of kleine tekstuele aanpassingen om de leesbaarheid te behouden zijn volledig voor mijn rekening. Vragen en/of opmerkingen betreffende deze vertaling zijn altijd welkom op bart.schoonaert@telenet.be.

This is a translation from the book “KODO- Ancient Ways : Lessons in the Spiritual Life of the Warrior/Martial Artist”, written by Rev. Kensho Furuya. The translation was done with his consent. To learn more about Sensei Furuya and his teachings, please visit : www.aikidocenterla.com , or the KODO YahooGroup or via e-mail : aclafuruya@earthlink.net . I have tried to translate the texts as literaly as possible. Any typographical errors or minimal textual modification to increase readability are my own. Questions and/or remarks concerning this translation are more then welcome at bart.schoonaert@telenet.be.

vorige pagina volgende pagina


Wens jij ook jouw visie over of ervaringen met Aikido kwijt in ons forum?
Stuur uw tekst naar de forum-bus.

Enkel teksten waarvan de naam en adresgegevens van de auteur bij ons gekend zijn kunnen worden gepubliceerd, op verzoek kan het artikel anoniem geplaatst worden. De dojo behoudt zich het recht tot weigering van publicatie.
Het opnemen van een artikel houdt niet in dat de dojo akkoord gaat met de inhoud ervan. In geval van citaten en/of vertalingen van reeds uitgegeven materiaal blijft de toezender van het artikel zelf verantwoordelijk voor het respecteren van de auteursrechtelijke bescherming.
Enkel zelfgeschreven teksten komen in aanbod, artikels reeds op het web beschikbaar kunnen worden opgenomen via link naar de betreffende site.

[HOME][TOP]


© 02.11.2004 by Sven De Schryver. email: Aikido-dojo Aikikai Aalter